Unhappy Ending in Thailand (NRC, 31 januari)

Unhappy Ending in Thailand (NRC, 31 januari)

NRC 31-1-2015: Unhappy Ending in Thailand

Softdrugsbeleid Johan van Laarhoven, oprichter van vier coffeeshops, zit al 200 dagen vast in Bangkok. Verdacht van het witwassen van drugsgeld.

Marcel Haenen 31 januari 2015

Met zijn rechterhand geboeid aan de linkerhand van zijn Thaise echtgenote Toekta (33) stommelt Brabander Johan van Laarhoven (54) deze maandagmorgen 26 januari de rechtszaal van het tribunaal in Bangkok binnen. Toekta draagt een geheel beige gevangenistenue met aan het eind van de mouw een rode band ten teken dat ze verdachte is in een grote drugszaak. Van Laarhoven gaat gekleed in een donkerbruin hemd met bijpassende korte broek. Beide verdachten lopen op blote voeten.

Bij binnenkomst worden ze begroet door hun voor de gelegenheid ingevlogen Nederlandse strafadvocaat Sidney Smeets uit Amsterdam.

„Ik hoef zeker niet te vragen hoe het gaat”, zegt de advocaat.

„Kut”, zegt Van Laarhoven en verbijt tevergeefs zijn tranen.

Tweehonderd dagen zit Van Laarhoven met echtgenote inmiddels gevangen in Thailand. Op 23 juli 2014 viel de Thaise politie zijn vrijstaande villa op de golfbaan in de kustplaats Pattaya binnen. De actie was deels rechtstreeks als breaking news op de Thaise televisie te volgen. Er werd een grote Europese drugsbaron ingerekend, was de boodschap waarbij je Johan van Laarhoven beteuterd en bewaakt op de bank in zijn woonkamer ziet toekijken hoe zijn huis wordt doorzocht. De Thaise autoriteiten legden beslag op onroerend goed, bankrekeningen en grond ter waarde van zo’n 10 miljoen euro.

„Ik heb in mijn leven meer geld verdiend dan ik kan uitgeven”
Johan van Laarhoven coffeeshophouder in Thaise cel

De actie van de Thaise opsporingsautoriteiten heeft grote onrust veroorzaakt onder Nederlandse coffeeshophouders. „Er zijn plenty collega’s die zich nu hele grote zorgen maken”, zegt René van Valkenberg. Hij is eigenaar van coffeeshop The Jungle in Oss en komt al sinds 1988 een paar keer per jaar in Thailand. „Daar kon je traditioneel een rokertje roken.”

Zeker tien Nederlandse coffeeshophouders zijn actief in Thailand. Onder hen de founding fathers van de coffeeshop zoals Henk de Vries (The Bulldog) uit Amsterdam en Ben Dronkers (Sensi Smile) uit Rotterdam.

De politieactie in Thailand volgde nadat Nederlandse collega’s herhaaldelijk om hulp hadden gevraagd in een onderzoek dat sinds 2011 loopt, onder leiding van officier van justitie Lucas van Delft in Breda, naar The Grass Company (TGC). Dit bedrijf exploiteert in Tilburg en Den Bosch al zo’n dertig jaar vier coffeeshops.

Johan van Laarhoven en zijn twee jaar oudere broer Frans worden verdacht van het op grote schaal witwassen van drugsgeld, hennephandel, valsheid in geschrifte, corruptie en belastingfraude. In het kader van een strafrechtelijk financieel onderzoek heeft de rechter-commissaris het OM gemachtigd om beslag te leggen op onroerend goed en cash tot in ieder geval 24 miljoen euro.

De Van Laarhovens zouden het geld dat ze met de verkoop van softdrugs in Nederland hebben verdiend, voor een belangrijk deel hebben geïnvesteerd in Thailand. Om die reden deed de in Bangkok gestationeerde Nederlandse drugs liaison officer Ben Olde Engberink in een brief van 14 juli vorig jaar aan de Thaise procureur-generaal Trakul Winitnaiyapak een „request to initiate a criminal case” tegen Johan van Laarhoven en echtgenote. In het schrijven wordt uitgelegd dat zij ervan worden verdacht samen met Frans van Laarhoven een „transnational criminal organisation” te bestieren die drugswinsten via bankrekeningen in Luxemburg, Singapore en Zwitserland naar Thailand sluist.

Dat verzoek valt in vruchtbare aarde. Nog diezelfde maand komen de Thai in actie. „Door het liegen en bedriegen van de Nederlandse justitie en het verzinnen van bewijs”, zoals Johan van Laarhoven het noemt, slijt de Brabantse coffeeshoppionier sindsdien zijn dagen goeddeels op een rubberen matje in een cel in Bangkok met vijftig andere gedetineerden.

Mercedes
Terwijl advocaten en aanklagers voorin in de rechtszaal debatteren over gemaakte fouten bij het vertalen van Nederlandse dossierstukken in het Thais, geeft Johan van Laarhoven op een bankje achterin de rechtszaal desgevraagd gretig uitleg. Zijn relaas is één emotionele woede-uitbarsting. „Als ik iets zou hebben misdaan dan moeten die motherfuckers me in Nederland vervolgen en me niet hier laten vechten tegen de inquisitie”, zegt hij.

De man die miljonair werd doordat in Nederland de profijtelijke verkoop van softdrugs al ruim twintig jaar wordt gedoogd, dreigt nu in Thailand voor jaren achter de tralies te verdwijnen. Er wacht hem naar eigen zeggen de vrijwel onmogelijke klus zich vrij te pleiten. „In dit land ben je schuldig tot je onschuld is bewezen. De Thai zullen er alles aan doen om mij veroordeeld te krijgen. Ze hebben er financieel belang bij mijn bezittingen af te nemen”, zegt Van Laarhoven.

De voorzitter van de rechtbank kijkt even geïrriteerd zijn kant op: of het iets zachter kan? Van Laarhoven zwijgt heel even en vervolgt dan met te zeggen dat hij „echt niets” heeft misdaan in Thailand, het land waar hij sinds 2008 woont. „Ik heb in mijn leven meer geld verdiend dan ik kan uitgeven. Dan ga ik toch hier geen risico lopen? Ik kan misschien raar uit mijn ogen kijken maar ik ben geen idioot.”

De arrestatie van Johan van Laarhoven
In de jaren zeventig belandt vroegtijdige schoolverlater Johan van Laarhoven na handel in groenten en een bestaan als discoportier in de verkoop van softdrugs. „Vanaf mijn dertiende rookte ik jointjes. Ik vond het heerlijk stoned te zijn.” Hij reist het hele land door om te handelen. Op zijn zeventiende draait hij naar eigen zeggen al omzetten van 18.000 gulden per week. „Ik was achttien toen ik mijn eerste Mercedes kocht. Wel een fokking diesel, maar toch.”

In 1981 mag hij van twee oudere dames in de kelder van hun koffiehuis Le Copain in Tilburg softdrugs verkopen. „We waren allemaal oude hippies in die tijd en woonden in kraakpanden.”

Het zijn de enige momenten dat Van Laarhoven opleeft: als hij praat over zijn tijd als softdrugshandelaar. „Ze noemden mij een visionair”, zegt Johan. Hij is bijvoorbeeld de bedenker van het Party Pack. „Twaalf verschillende jointjes in luxe verpakking met gouden opdruk. Als je een vriend hebt die jarig is en blowt is dat een heel leuk cadeau. Zoiets vind ik prachtig.”

In overleg met bestuurders – hij roemt oud-burgemeester van Tilburg Johan Stekelenburg – en ook politie werd zijn bedrijf allengs groter en professioneler. Jointjes worden verkocht met bijsluiters en in zijn lokalen kan de bezoeker ook een goede warme maaltijd nuttigen. Er is een leestafel. De aankoop van panden voor coffeeshops en administratieve ondersteuning wordt geregeld door zijn twee jaar oudere broer Frans van Laarhoven. Hij is in dit onderzoek ook in staat van beschuldiging gesteld maar net als alle verdachten in Nederland nog op vrije voeten.

Na zo’n dertig jaar actief in de softdrugs werd Johan van Laarhoven steeds depressiever. „De bloedhonden van de belastingdienst proberen je voortdurend te naaien en ook afspraken maken met justitie wordt steeds moeilijker.” In 2008 verkaste hij naar Thailand, een land waar hij al jaren kind aan huis was. In 2011 heeft hij naar eigen zeggen zijn aandelen in The Grass Company verkocht.

Cannabisrevolutie
Van Laarhoven vertelt al zo’n zeven ton te hebben uitgegeven aan juridische bijstand. Met zijn Thaise advocaat Suprawat Jaismut en drie raadslieden van advocatenkantoor Spong (Sidney Smeets, Tim Vis en Gerard Spong) probeert hij de volgens hem grenzeloze hypocrisie van het Nederlandse Openbaar Ministerie aan te tonen. Rechters zouden er heel anders over denken. „Onder rechters heeft zich de afgelopen twee jaar een cannabisrevolutie voltrokken”, zegt advocaat Smeets. „Rechters voelen er niets voor burgers te laten opdraaien voor de onvolkomenheden in het gedoogbeleid. Ze vinden het bijvoorbeeld onredelijk coffeeshopeigenaren te straffen voor het houden van externe voorraden groter dan 500 gram. Ze moeten hun winkel nu eenmaal bevoorraden. Rechters begrijpen dat joints niet als manna uit de hemel komt vallen, het OM helaas nog niet.”

Vooral in Brabant zijn politie en OM – met nadrukkelijke politieke en financiële steun van minister Opstelten (Veiligheid en justitie, VVD) – de afgelopen jaren een offensief begonnen tegen de handel in softdrugs. Het strafrechtelijk onderzoek naar The Grass Company is volgens het OM belangrijk omdat het inzichtelijk maakt hoe geld uit de onderwereld via ingewikkelde constructies in de bovenwereld raakt.

De Van Laarhovens hebben hun zaken professioneel geregeld. De politie heeft de afgelopen jaren naar eigen zeggen de meest vernuftige stashes (geheime opslagplaatsen) gevonden. Partijen hasj, groter dan toegestaan volgens de gedoogvoorwaarden, lagen verstopt in ruimtes afgedekt met luiken die alleen met een afstandsbediening waren te openen. Op het hoofdkantoor van TGC in Tilburg was een afgeschermde kelderruimte waar in Nederland wonende Thaise vrouwen de voorgedraaide joints produceerden.

Financiële rechercheurs hebben ook veel tijd besteed aan het doorgronden van een woud aan vennootschappen over de hele wereld dat de herkomst van de coffeeshopgelden moest versluieren. De inkomsten zouden voor de belastingdienst deels zijn verzwegen. Uit het langdurig tappen en observeren van verdachten zou bovendien zijn gebleken dat Van Laarhoven vanuit Thailand wel degelijk nog tot zijn aanhouding The Grass Company bestierde.

Volgens officier van justitie Van Delft was het niet de bedoeling dat Johan van Laarhoven in Thailand in een cel zou verdwijnen. Het OM wilde alleen informatie uit Thailand. Zijn arrestatie is volgens de aanklager „een zelfstandige beslissing van de Thaise autoriteiten.”

Vorig jaar heeft Van Delft in Bangkok overleg gevoerd met zijn Thaise collega’s. Uitlevering aan Nederland was voor de Thai niet bespreekbaar. Afgesproken is nu dat Thailand Van Laarhoven alleen zal vervolgen voor het witwassen van drugsgelden op Thais grondgebied. De andere verdenking – het leiden van de criminele organisatie – wordt in Nederland strafrechtelijk afgehandeld.

In de cafetaria bij de rechtbank vertelt de Thaise advocaat Suprawat dat de zaak tegen Van Laarhoven de machthebbers in Thailand goed uitkomt. In mei vorig jaar greep het leger de macht. Generaal Prayuth Chan-o-cha werd de nieuwe premier. De junta wil volgens hem maar al te graag laten zien dat Thailand geen vrijhaven mag zijn voor buitenlandse drugshandelaren. „Recent zijn zeven rechters ontslagen wegens corruptie.”

Varkens
De ochtend na de rechtszaak kan Johan van Laarhoven worden bezocht in de Bangkok Remand Prison. In de entree drommen bezoekers samen bij het winkeltje waar ze door de vrouwen van bewakers geprepareerd eten kopen voor gevangenen. Het voedsel wordt in plastic zakken verzegeld en kan dan via de receptie worden afgegeven voor de gedetineerde. De 32-jarige zoon Jaap – uit het eerste huwelijk van Johan – verzorgt al een half jaar lang iedere dag de catering voor zijn vader en Toekta op de vrouwenafdeling. „Anders moet je het doen met eten dat ze in Nederland nog niet aan de varkens durven geven”, zegt Van Laarhoven.

Het leven in de gevangenis valt hem zwaar. In de rechtbank had hij een dag eerder al de zweren, schimmels en infecties laten zien die hij en Toekta hebben opgelopen door het verplicht op blote voeten lopen. Douchen kan in de gevangenis alleen af en toe en laatst lieten bewakers een overleden celgenoot twintig uur liggen totdat de gedetineerden uiteindelijk zelf het lijk verwijderden.

Vanachter dikke gele tralies en glas kan hij per telefoon ingaan op de beschuldigingen aan zijn adres. Zijn voornaamste verweer is dat de aanvoer van sofdrugs via de ‘achterdeur’ en de financiële bedrijfsvoering inderdaad knap ingewikkeld is – „zoals dat ook bij Shell en Unilever het geval is” – maar dat kan ook niet anders. „Je moet jezelf beschermen tegen criminelen die je willen afpersen of rippen.” Hij is in zijn shops regelmatig bezocht door drugshandelaren die eisten dat hun waar werd ingekocht „en anders dreigen ze je shop te verbouwen”.

Van Laarhoven noemt een politierechercheur met wie hij dit dilemma wel eens heeft besproken. „De politie adviseerde me mijn zaken goed af te schermen. Als ze niet weten wie de eigenaar is van een coffeeshop kunnen criminelen je ook niet bedreigen.”

Alles is goed te verklaren, verzekert Van Laarhoven. Maar die kans heeft hij niet gekregen. „Dit is de dank van Holland voor 35 jaar hard pezen. Ze pakken me alles af. In Nederland wordt een coffeeshophouder geen dag in voorarrest gehouden terwijl ik zit weg te rotten in een Thaise gevangenis. En ook mijn vrouwtje die niks met de zaken te maken heeft. We hebben twee kinderen van vijf en van twaalf – die mijn zoon Jaap nu moet verzorgen. Hoe moeten we ze dit uitleggen?”

Tagged with , , ,
This post was written by

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *